Tips & informatie kaarsen

Bij ons draait alles om jouw ervaring met onze kaarsen. We willen ervoor zorgen dat je zo lang en veilig mogelijk van jouw kaars geniet. Onze kaarsen worden voortdurend getest op brandtijd en de optimale lonten, zodat je het beste uit elke brandbeurt haalt. Hieronder vind je enkele handige tips om jouw kaars mooi en veilig te branden:

  1. Houd de lont kort
    Een korte lont zorgt voor een stabiele vlam en voorkomt roetvorming. Knip de lont tot ongeveer 1 cm voor gebruik.
  2. Houd de lont in het midden
    Zorg ervoor dat de lont rechtop en in het midden van de kaars staat. Dit bevordert een gelijkmatige verbranding.
  3. Doof de kaars correct
    Gebruik een kaarsendover of doof de kaars voorzichtig met een lepel. Blazen kan spetteren veroorzaken en de lont vervormen.
  4. Laat een klein laagje was over
    Laat een klein laagje gesmolten was op de bodem van de kaars zitten om de stevigheid te behouden en ervoor te zorgen dat de kaars de volgende keer beter brandt.

Hieronder gaan we elk van deze tips uitgebreider bespreken, zodat je nog meer kunt genieten van je kaars.

Houd de lont kort
Het belangrijkste om jouw kaars goed te laten branden is om de lont zo kort mogelijk te laten. Door een korte lont blijft de vlam klein en smelt de kaars veel rustiger en langzamer. Hoe groter de vlam, hoe warmer de kaars wordt en hoe sneller de wax verdampt. Knip daarom voor elke brandbeurt de lont af tot maximaal 1 centimeter.

Houd de lont in het midden

De lontjes kunnen “omvallen”. Dit komt omdat aan één kant van de kaars de wax sneller smelt dan aan de andere kant. Als dit gebeurd dan kun je het lontje weer rechtop drukken.

Als je kaars bijna op is (de onderste laag was is vloeibaar), kan het zijn dat de lijm waarmee het lontje vastzit wat losser komt. Je lontje kan dan gaan schuiven en tegen de rand aankomen als je de kaars uitblaast. Zorg er daarom voor dat je het glas niet verschuift als de was nog vloeibaar is en doof de kaars in plaats van ‘m uit te blazen (zie tip 6).

Blaas je kaars niet uit maar doof deze

Als je de kaars uitblaast kan het lontje verschuiven. Het beste kunt je het lontje onderdompelen in de vloeibare was met bijvoorbeeld een lepeltje op stokje. Zodra de kaars gedoofd is kun je hem weer rechtop zetten.

Smelt de was laag voor laag

Wil jij ook optimaal van je kaars genieten? Wanneer je de kaars voor het eerst aansteekt is het belangrijk om de bovenste laag van de kaars helemaal te laten smelten. Hierdoor ontstaat er minder kans dat er uiteindelijk kaars aan de zijkanten overblijft.

Wanneer er een soort gaatje in je kaars ontstaat, spreken wij van tunneling. Wanneer je meer richting de helft van de kaars gaat ga je merken dat het mooi wegsmelt, dit komt omdat het glas/potje warmer wordt.

Brand de kaars niet te lang

Wanneer je de kaars erg lang laat branden komt de lont meer vrij en wordt de vlam sterker. Doordat het heter wordt brand de kaars sneller dan nodig, daarnaast kan een grote lont zorgen dat hij gaat roken en krijg je zwarte vegen.

Laat een klein laagje was over

Door het branden van de kaars wordt het glas/potje warm. Wij raden daarom aan om een klein beetje kaarsenvet in het glas/potje over te laten. Zo bescherm jij de onderkant van het glas/pot tegen hitte.

Temperatuur en frosting

Door veranderingen in de temperatuur kunnen witte vlekjes op je sojakaars ontstaan. Dit noemen wij ‘frosting’. Het is een reactie op de warme wax die gesmolten wordt en daarna stolt. Frosting is een van de eigenschappen van sojawax. Het heeft absoluut geen invloed op het branden van je kaars.

Scroll naar boven
Chat openen
Hallo 👋 Kunnen we je ergens mee helpen?